Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gijlieden nu zult waarnemen de wacht des heiligdoms, en de wacht des altaars; opdat er geen [7]verbolgenheid meer zij over de kinderen Israels. 7. Versta, des HEEREN; dat is al zulke straffen of plagen, als er tevoren van God zijn afgekomen over Korach en al zijn medeplichtigen.